Hoe vinden we nieuwe gemotiveerde bestuursleden voor sportverenigingen? Dat is een vraag die veel bestuursleden slapeloze nachten bezorgt. Ze blijven noodgedwongen meerdere termijnen zitten, waardoor het bestuur op een automatische piloot verder hobbelt. Daarmee komt de vereniging langzaam in stilstand te staan. Jan Raateland, pleitbezorger van sterke sportverenigingen in Nederland, ziet deze ontwikkeling met lede ogen aan. Hij licht daarom een nieuwe aanpak toe die voor meer vitale toekomstgerichte verenigingen zou kunnen zorgen.
In veel steden in ons land lopen verenigingsondersteuners van zowel gemeenten, provinciale sportraden, als sportbonden, tegen het onvermogen aan sportverenigingen duurzaam te versterken. Hun aanbod kent weinig verandering, is nauwelijks gericht op de vraag en bestaat voornamelijk uit adviezen, workshops, cursussen en opleidingen.
In het vinden van nieuwe vrijwilligers zijn verenigingen al jaren zelfvoorzienend. Overwegend lukt het hen wel om voor uitvoerende taken, zoals kantinehulp of een paar keer per jaar helpen bij een verenigingsactiviteit, voldoende vrijwilligers te vinden. De app ‘Taakie‘, die sinds 2021 beschikbaar is, kan verenigingen hierbij goed helpen. Echter bij het zoeken van nieuwe bekwame leden voor het bestuur, stuit het zittende bestuur op het probleem dat deze steeds moeilijker te vinden zijn.
Besturen bij de waan van de dag
Ja, er is een groep van circa 4.000 van de in totaal 24.000 sportverenigingen, die het goed voor elkaar heeft. Het bestuur van die verenigingen bestaat voornamelijk uit professionals (in dit geval leden of ouders van leden, die onbetaald, vrijwillig dus, op basis van hun bekwaamheden zich als bestuurder aan hun vereniging willen verbinden) die in een goede onderlinge samenwerking en in een sterke bezetting, voor een vooraf afgesproken periode, de verantwoordelijkheid van een bestuursfunctie op zich nemen. De meeste van ‘die’ verenigingen, vallen in de categorie sportverenigingen met een ledenaantal van boven de 500 tot enkele duizenden leden.
Het zijn met name de sportverenigingen met een ledenaantal van tussen de 100 en 500 leden, in totaal ongeveer 8.000, die te kampen hebben met een onderbezetting binnen hun bestuur en waar de nog zittende bestuursleden al meerdere termijnen van hun aftreden hebben laten passeren om hun vereniging niet (be-)stuurloos achter te laten. Zij verrichten hun bestuurlijke taken vaak op een plichtmatige wijze, waardoor de organisatie binnen de vereniging in veel gevallen onvoldoende op orde- en/of weinig toekomstgericht is. Direct gevolg hiervan is dat het besturen van de vereniging noodgedwongen neer komt op wat zich ‘bij de waan van de dag’ aandient.
Nieuwe methodiek
Gelukkig is er nu een methodiek ontwikkeld die sportverenigingen kan helpen bij de noodzakelijke professionalisering van hun vereniging. Die professionalisering begint bij de samenstelling van een bestuur, waarin een groep betrokken- en goed gemotiveerde leden elkaar weten te vinden en zich aangesproken voelen tot gemeenschapszin binnen hun sportvereniging. Belangrijk onderdeel van de nieuwe aanpak is op het spoor komen van die groep leden. Hieronder geef ik een korte beschrijving van de methodiek:
Een fundamenteel verschil met het vinden van nieuwe vrijwilligers in de nieuwe methodiek, is dat deze los staat van taken of functies in de vereniging. Het proces is gericht op het ontdekken van de aanwezige potentie onder de leden, de eigen kracht binnen de vereniging. De manier waarop dit wordt aangepakt is voor een belangrijk deel bepalend voor het succes. Dit proces start met het vinden van tussen de 20 en 30 van die leden (Fase 1- ontdekken).
Zij worden persoonlijk – schriftelijk- uitgenodigd voor een gesprek over de toekomst van de vereniging, hun vereniging. Na dat gesprek volgt er een tweede gesprek. De ervaring leert dat zo’n 70% van de aanvankelijke groep ook daaraan deelneemt (Fase 2 – bereidheid).
De volgende bijeenkomst is met de groep leden / ouders die vanuit de individuele gesprekken hebben aangegeven, samen met de anderen de ideeën en plannen voor de club met elkaar te bespreken en nader uit te werken. Zij kunnen zich hierin laten bijstaan door de nog aanwezige bestuursleden.
De nieuwe ontstane groep komt zelf tot een missie, visie, beleid en plan. Vervolgens komen zij onderling tot een invulling van de taken en verdeling van bestuurs- en commissiefuncties (Fase 3 – ontwikkelen).
Het is van belang dat dit proces goed wordt begeleid en de voortgang wordt bewaakt door de drie fases goed op elkaar te laten aansluiten. Daar waar nodig zal er actief moeten worden ingegrepen om het proces binnen 6 tot 9 maanden af te kunnen ronden, inclusief de overdracht van het voormalige bestuur. Vervolgens legt het nieuwe bestuur haar missie, visie en beleid voor de komende jaren aan de ALV van de vereniging ter instemming voor.
Uit eerdere ervaringen blijkt dat rondom het bovenbeschreven proces, buiten de lopende gesprekken om, een sfeer en dynamiek binnen de vereniging op gang komt, waarbij leden, vrienden, ouders elkaar opzoeken en over hun ideeën en ambities met elkaar in gesprek gaan.
Deze nieuwe methodiek, die gezien kan worden als een echte innovatie voor sportverenigingen, is in de afgelopen jaren al met succes uitgevoerd. Als vervolg op deze pilot wordt nu gedacht aan een introductie bij een tiental gemeenten, met als verder liggend doel het aantal vitale sportverenigingen in Nederland met 6.000 uit te breiden.
Maatschappelijke functie
De relevantie van dit alles is de positie die de sportverenigingen binnen onze samenleving hebben. Naast het aspect van behoud, is er al jaren een duidelijke ontwikkeling waarneembaar waarin sportverenigingen steeds vaker worden bevraagd om hun maatschappelijke betekenis.
De coronapandemie, heeft het belang van onze gezondheid en een vitale samenleving scherper onder de aandacht gebracht. Meer sporten en bewegen dragen hier in belangrijke mate aan bij, zo ook meer sportverenigingen die intern hun organisatie goed op orde hebben en beschikken over een ondernemend bestuur die de ambitie hebben invulling te geven aan hun maatschappelijke functie. Dit biedt uiteraard voor de sportvereniging zelf ook interessante mogelijkheden!
Naast vitaliteit en gezondheid zijn er nog meer maatschappelijke onderwerpen waarvan de politiek en beleidsmakers vinden dat vanwege hun positie midden in de wijk, sportverenigingen hieraan een zinvolle bijdrage kunnen leveren. Daarvoor zullen er verbindingen gerealiseerd moeten worden tussen verschillende gemeentelijke sectoren, maatschappelijke organisaties en de sportverenigingen.
Vanuit die verbinding kan de maatschappelijke inzet van sportvereniging een positieve uitwerking hebben op participatie, inclusie, migratie, saamhorigheid, gemeenschapszin, het ontstaan van nieuwe sociale netwerken, en op individueel niveau een sterker gevoel van eigenwaarde en bijdragen aan eerlijke–, gelijke kansen voor iedereen.
Méér sterke en ondernemende sportverenigingen dragen bij aan het stimuleren van sport en bewegen van miljoenen Nederlanders en wat hun maatschappelijke inzet betreft aan het welzijn, de leefbaarheid en het geluk in de buurt, de wijk en de stad.
Sector breed
Het aantal gemeenten dat zich bewust is van de wijze waarop sportverenigingen in hun wijken en buurten kunnen bijdragen in de benadering van die maatschappelijke problemen, is groeiende. Dit maakt dat de aandacht voor- en het faciliteren van sportverenigingen om zich te ontwikkelen tot ondernemende, professioneel geleide sportverenigingen niet uitsluitend tot de taak van de sportafdeling van gemeenten beperkt blijft, maar van het gehele sociaal domein en de sectoren onderwijs, zorg, werk, economie en ruimte. De belangen zijn sector breed groot.
Dus, aan de slag!